Laten we meer streven naar een kleinere systeemwereld gebouwd op vertrouwen. Meer leefwereld, kiezen voor een menselijke maat, ruimte voor nuance en de professional zijn vrije, professionele ruimte laten gebruiken.
Wantrouwen lijkt nu wel het beginsel in ons handelen
“Bankmedewerkers die hun werk moeten invullen als ware zij politierechercheurs”, dat is mijn gevoel na het lezen van een artikel in Trouw met als titel: “Banken voelen de hete adem van DNB in hun nek”. Het gaat over de duizenden medewerkers die bankklanten moeten doorlichten om verdachte transacties op te sporen en te melden. Reden: het voorkomen van witwaspraktijken en financiering van terrorisme.
In diezelfde week concludeert de Commissie-Donner dat de Belastingdienst stevig de fout in is gegaan met hun fraudejacht op vermeend misbruik met Kinderopvangtoeslag. We weten inmiddels wat dat heeft gebracht.
Niet alleen bij banken en de belastingdienst gebeurt het – naar mijn mening – zo extensief opsporen van vermeend misbruik en misdaad. Want, bij bijna alles wat we dagelijks doen worden we gecontroleerd. Bij ons bezoek aan de overheid, de dokter, de notaris, de verzekeringsagent en de zorginstelling gebeurt het. Onze systeemwerelden worden doorweven met ‘controles’ en komen daarmee steeds verder af te staan van de leefwereld.
Ik merk dat ik van al dat gecontroleer kriebelig wordt. Alsof we alleen nog maar kunnen kijken vanuit wantrouwen en denken dat iedereen in beginsel slecht is en kwaad wil. Vanwaar anders de drang naar die extensieve controle? Als samenleving vragen we om controle om maar te voorkomen dat er misbruik gemaakt wordt of ons onrecht wordt aangedaan. We denken daarmee het onrecht en onheil te kunnen verkleinen. Gaat het dan toch mis en dat gebeurt nog al eens. Kijk naar de Belastingdienst, dan willen we met alle geweld schuldigen aanwijzen. We eisen direct genoegdoening en honderd procent beterschap. Met als mogelijk gevolg nog meer controleren: controle op controle. Of het daardoor leefbaarder en werkbaarder wordt? Voor mij niet.
Aanvaarden van imperfectie
Voor mij lijkt het wel of we als maatschappij geen fouten en onrecht meer accepteren. Geen nuances, geen menselijke maat. Alleen, zo is onze leefwereld niet. Wat we ook regelen en controleren, fouten worden gemaakt en onrecht wordt aangedaan. Natuurlijk vraagt onze complexe samenleving regels en vanzelfsprekend pakken we misstanden aan, alléén daarmee zijn fouten en onrecht niet uitgesloten. Of zoals Donner het in het rapport over fraude in de kinderopvang en de handelswijze van de Belastingdienst zegt, “je kunt niet met regelgeving iedere fout voorkomen. Het is meer een kwestie hoe we ermee omgaan als we ontdekken dat we fouten maken.”
Bij mij zit hier de nuance en de menselijke maat. Laten we beseffen dat zaken niet goed gaan, fouten gemaakt worden en onrecht plaatsvindt. Aanvaard dat onze wereld niet perfect is. Laten we zorgen dat we er echt van leren zonder nu direct in de actie-, oplossingen en straffenmodus te schieten. Dat leidt tot over-actie en over-reactie met risico op ongewenste effecten. Door tijd te nemen, door goed te kijken en te zien waar het echte probleem zit ontstaat er een beter zicht en een betere basis voor (ontwikkel)oplossingen. Een van de ‘Zeven DoorZien-vuistregels voor leiderschap´, voor ‘leiderschap’ op elk niveau.
Dichter bij de leefwereld
Een vuistregel die zomaar tot minder regels en minder controle kan leiden. Hoe leefbaar en werkbaar zou dit zijn? Ruimte voor vertrouwen, ruimte voor ontwikkelen (fouten maken) als persoon en organisatie en meer professionele ruimte in (werk)tijd omdat we minder bezig zijn met controleren. Ik merk dat mijn kriebeligheid verdwijnt.
Meer weten over? Neem gerust contact op via fritshuijbers@doorzienadviesgroep.nl