Goud in handen #DoorZien03 #Ien
(Te) hoog gespannen verwachtingen
Onlangs bleek uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau over het #Sociale Domein dat de verwachtingen t.a.v. de zelfredzaamheid van burgers door beleidsmakers te hoog waren ingeschat. Vorige maand stuurde Minister Slob n.a.v. een evaluatieonderzoek #Passend Onderwijs een 25-punten brief aan de Tweede Kamer. Ook die brief refereerde aan het fenomeen ‘(te) hoog gespannen verwachtingen‘ en de onbedoelde effecten die dat teweeg kan brengen. Vijfentwintig verbeterpunten voor Passend Onderwijs. Zou het helpen? Hoeveel en welke verbeterpunten gaan het Sociale domein helpen? Die vragen stelde ik mezelf.
Onmacht
Onlangs was ik betrokken bij een onderzoek gericht op het beter begrijpen van een probleem dat zich – tegen de verwachting in en ondanks eerder genomen maatregelen – bleef manifesteren. Het onderzoek bestond uit het maken van een systeem-dynamische analyse. Een aantal patronen – onder én boven de waterlinie – kwamen daarbij snoeihard aan het licht. Eén daarvan betrof ook hier het fenomeen ‘te hoog gespannen verwachtingen’.
Enkele veelgehoorde hartenkreten in meerdere dialoogsessies in het kader van dit onderzoek: “We doen zo veel, we halen alles uit de kast en dan lukt het soms tocht niet, dat frustreert. Als we dat punt bereikt hebben, wil ik gewoon dat er een oplossing komt, dat we serieus genomen worden. Het water staat ons aan de lippen, als we zo door moeten gaan houden we het niet langer vol.”
De #onmacht was voelbaar én zichtbaar, bij alle betrokkenen, ongeacht hun rol of positie. Onmacht o.a. als gevolg van veel te hoog gespannen verwachtingen: van zichzelf en van de ander.
Goud in handen
We zagen ook dat er in het systeem ongeveer evenzoveel #energie, #betrokkenheid en #veerkracht aanwezig was. Ofwel: in potentie driemaal #goud-in-handen. De vervolgvraag was: “Wat kunnen we doen om dit goud in ieders handen te krijgen? Hoe verleggen we de focus van onmacht naar energie, naar betrokkenheid en naar veerkracht? Hoe zorgen we er voor dat de balans naar de goede kant doorslaat?”
Het goede gesprek
De behoefte aan een écht goed gesprek, met tijd én ruimte om in alle openheid met elkaar te spreken over de persoonlijke- , de organisatie- en de systeemkwetsbaarheid was in bovengenoemd onderzoek hoog evenals de wil tot het realiseren van een doorbraak. Het gevoel dat juist daar geen tijd voor is en de waan van de dag altijd om voorrang schreeuwt, was groot. De (h)erkenning van de – opnieuw – oplaaiende gevoelens van onmacht werd een belangrijke stap om aan de slag te gaan met het doorbreken van belemmerende patronen.
Hoge verwachtingen en prachtige vergezichten zijn mooi in termen van na te streven ambities. Echter, in combinatie met een hoog gehalte aan wensdenken kunnen ze enorme struikelblokken vormen als er geen ruimte is om – in dialoog mét elkaar – de realiteit werkelijk onder ogen te willen en te kunnen (door)zien.
Een interessant boek dat ik over #onmacht las, is het boek ‘Onmacht’ van Leike van Oss en Jaap van ‘t Hek.