“Ik denk van wel, door vertrouwen, minder verkrampt te reageren op incidenten en te aanvaarden dat er ongelijkheid is. Zeker, het is complexer maar voor mij raakt dit wel de kern om het anders te willen doen en het daarmee de burgers gemakkelijker te maken”.
Over professionals die hun vrije, professionele ruimte weer durven te pakken.
Goede bedoelingen
Professor Bussemaker stelt op 15 februari 2019 in haar rede – bij de aanvaarding van het ambt van professor -dat de participatiemaatschappij waar zij als bewindspersoon medeverantwoordelijk voor was, niet ideaal blijkt. „Achteraf gezien waren we te optimistisch. In een participatiemaatschappij wordt verondersteld dat iedereen ook kán participeren. Mensen die niet zomaar de regie over hun eigen leven kunnen nemen, raken al snel verstrikt in complexe bureaucratie en marktwerking”. Als bewindspersoon bedacht Bussemaker samen met gemeenten de ‘keukentafelgesprekken’. In haar rede, tien jaar later, kijkt ze daar kritisch op terug. “Het keukentafelgesprek is verworden tot een afvinklijst over de zelfredzaamheid van de kwetsbare burger thuis”. Volgens Bussemaker uit angst om controle te verliezen en fouten te maken.
Onlangs in Trouw: “Kamer wil Financiering scholen ernstig gehandicapte kinderen eenvoudiger. Ouders moeten nu allerlei instanties af om hun kind op zo’n school te krijgen. Dat moet simpeler, vindt een meerderheid”. Kamer en minister Slob willen één loket, waar de ouders alles kunnen regelen. En nu ook in het nieuws: “Het moet uit zijn met de versnippering in de wijkverpleging, vindt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid”. Hij wil dat iedere buurt een voor iedereen herkenbaar zorgteam krijgt en dat de schaarse verpleegkundigen zo goed mogelijk worden ingezet.
Twee recente voorbeelden vol goede bedoelingen maar ik vraag me af: “Kunnen Slob en De Jonge voorkomen dat ook hier mechanismes van angst en controleverlies onbedoelde effecten zijn? Leren deze opvolgers van Bussemakers fouten of wacht de burger – en ook de professional – hier hetzelfde lot? Ik zie zeker risico’s”.
Angst voor controleverlies
Hoe komt het toch dat het ons niet lukt om het voor de burger echt makkelijker te maken? Volgens Bussemaker dus uit angst om controle te verliezen en fouten te maken. En ik denk dat dit klopt. Angst om controle te verliezen en fouten te maken bij een veelvoud – complexiteit – van (beleids)partijen, met (vaak) hun eigen regels, sturings- en verantwoordingssystemen.
Ik zie een haast niet te stuiten ‘regel- en controledrift’. Op deze manier werken regels en controle verlammend en raken professionals vleugellam. Gevolg is dat professionals en in het verlengde daarvan de burgers, zich gemangeld voelen. De professional zal in die situatie zijn vrije, professionele ruimte niet pakken en geen gebruik maken van de speelruimte die in vrijwel alle beleidsregels zit. Misschien geldt dit ook wel voor de beleidsmakers zelf?
Maak het de burger gemakkelijker door uit te gaan van het goede
Breng in beleidsregels en controle-instrumenten de overtuiging terug dat professionals het goed(e) doen. Geef hen ruimte om te handelen zonder te willen weten wat ze allemaal doen; vertrouwen als uitgangspunt.
Accepteer dat er fouten worden gemaakt, daar is namelijk geen ontkomen aan. Ik heb het niet over de (echte) excessen maar over de ‘spaanders’ die vallen. Hoe erg is het als er iets niet goed gaat? Niet zo erg als we nu vaak menen, als het maar bespreekbaar is en ervan geleerd wordt. En dat leren zit mijns inziens niet in meer ‘regel- en controledrift’. Dit verlamt nog verder in plaats van dat ervan geleerd wordt en het goed(e) nog beter gaat.
Verschil kunnen maken
Dat “gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld én ongelijke verschillend naar de mate van het verschil” is het grondrecht van ons allemaal. De professionele ruimte zit in het tweede deel van de zin: het ongelijke verschillend naar de mate van het verschil behandelen. Het biedt ruimte voor begrippen als ‘passend’ en ‘maatwerk’.
Passend en maatwerk zijn in de praktijk moeilijk of niet te vatten in complexe (beleids)regels en ingewikkelde verantwoordingssystemen. Dan gaat de beleidsmaker passend maken, wat niet past. Maar juist dat maakt het er vaak niet beter en ook niet gemakkelijker op. En terwijl we het juist makkelijker – simpeler -willen maken.
Wat is ervoor nodig
Breng eenvoud aan, door de complexiteit terug te dringen en minimaliseer de hoeveelheid sturings- en verantwoordingssystemen. Geef vertrouwen en ga ervan uit dat het goed(e) gedaan wordt. Accepteer dat er fouten gemaakt worden. Aanvaard dat burgers verschillend zijn in hun vragen en behoeften. Vertaal dit door minder regels en minder controle en zo stimuleer je dat de professional zijn vrije, professionele ruimte weer durft te pakken. En dan zullen we zien dat het anders en simpeler kan”.
t: 06-22065226
e: fritshuijbers@doorzienadviesgroep.nl